Artikel 16 Nadere eisen partnerpensioen
1 Indien een pensioenovereenkomst voorziet in een partnerpensioen ten behoeve van een partner met wie de deelnemer niet gehuwd is, noch een geregistreerd partnerschap heeft, gelden voor deze partner ten aanzien van de wijze van vaststelling van het partnerpensioen dezelfde rechten en plichten als voor een gehuwde of geregistreerde partner.
Indien een pensioenovereenkomst voorziet in een nabestaandenpensioen wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. een nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum betreft een
nabestaandenpensioen op risicobasis en de hoogte is diensttijdonafhankelijk;
b. een partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum betreft een partnerpensioen op
opbouwbasis;
c. indien sprake is van een partnerpensioen, voorziet de pensioenovereenkomst voor alle
partnerrelaties in partnerpensioen en wordt geen onderscheid gemaakt al naar gelang het
type partnerrelatie; en
d. indien sprake is van een wezenpensioen wordt in de pensioenovereenkomst bepaald dat het
wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het kind 25 jaar wordt.
2. Elk beding in strijd met het eerste lid is nietig.
Voor de toepassing van deze wet kan een werknemer of gewezen werknemer op enig moment
slechts één partner hebben. Indien de werknemer of gewezen werknemer op dat moment meer
dan één partner zou hebben, wordt alleen de partner uit de oudste relatie als partner in de zin
van deze wet aangemerkt.
3. Elk beding in strijd met het eerste lid is nietig.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst