Artikel 51a Gebruikersorgaan pensioenregister
1 De instelling, bedoeld in artikel 51, zesde lid, stelt een gebruikersorgaan in samengesteld uit gebruikers van het pensioenregister. Het gebruikersorgaan overlegt met en adviseert het bestuur van de instelling over voorgenomen besluitvorming over opzet, bestaan en werking van het pensioenregister, waaronder in ieder geval wordt verstaan de functionaliteiten en ontwikkeling van het pensioenregister alsmede de wijze waarop het pensioenregister invulling geeft aan haar wettelijke taak.
2 De instelling stelt een regeling vast voor samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van het gebruikersorgaan.
3 Het bestuur van de instelling en het gebruikersorgaan komen ten minste twee maal per kalenderjaar in vergadering bijeen. Tijdens deze vergaderingen worden de aangelegenheden aan de orde gesteld waarover het bestuur of het overlegorgaan overleg wenselijk acht.
4 De instelling verstrekt desgevraagd aan het overlegorgaan tijdig alle inlichtingen en gegevens die deze redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van de taak.
5 De instelling deelt het gebruikersorgaan onderbouwd mee waarom het een advies niet of niet geheel volgt.
Consultatiedocument, p. 114:
5. De gebruiker van het pensioenregister heeft nu geen wettelijk geborgde stem in de besluitvorming over de doorontwikkeling van het pensioenregister en mijnpensioenoverzicht.nl. Gebruikers, dat wil zeggen met name deelnemers, gewezen deelnemers, partners en pensioengerechtigden, die het pensioenregister raadplegen om zich een overzicht te verschaffen van hun pensioenopbouw of verwachte uitkering, zijn nu niet formeel vertegenwoordigd in het bestuur van het pensioenregister. In het bestuur hebben uitsluitend vertegenwoordigers zitting van de pensioenuitvoerders, vertegenwoordigd via de Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars, en de Sociale Verzekeringsbank. Alleen via een deelnemersonderzoek kan de stem van de gebruiker worden geraadpleegd. Het is daarbij de keuze van het bestuur om te bepalen of, over welke onderwerpen, op welke wijze en/of op welk moment deelnemersonderzoek plaatsvindt en wie zij daarbij betrekt. Aangezien het belang van de gebruiker niet per definitie gelijkloopt met het belang van de pensioenuitvoerders en gegeven het belang van mijnpensioenoverzicht.nl om de gebruiker overzicht en inzicht te geven en tot actie aan te zetten, acht de regering het nuttig en verstandig te regelen dat het pensioenregister een gebruikersorgaan instelt. Dit orgaan adviseert het pensioenregister over onder meer de functionaliteiten en de gewenste doorontwikkeling van het pensioenregister.
[…]
Consultatiedocument, p. 166-167:
Artikel I, onderdeel CC en artikel VII, onderdeel CC
Als instelling die het pensioenregister ontwikkelt en beheert is de Stichting Pensioenregister aangewezen (artikel 1a Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling). In een
nieuw artikel 51a van de Pensioenwet en artikel 62a Wvb wordt geregeld dat de Stichting Pensioenregister een orgaan moet instellen dat is samengesteld uit gebruikers van het pensioenregister. De gebruikers van het pensioenregister zijn vooral deelnemers, gewezen deelnemer en pensioengerechtigden. Het gebruikersorgaan overlegt met en adviseert het bestuur van de Stichting Pensioenregister over voorgenomen besluitvorming die betrekking heeft op het functioneren van het pensioenregister en de ontwikkeling ervan.
Op grond van het tweede lid stelt de Stichting Pensioenregister een regeling vast voor de samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van het gebruikersorgaan. Daarin zal bijvoorbeeld geregeld moeten worden hoe de samenstelling van het gebruikersorgaan is en hoe wordt bepaald welke gebruikers in het gebruikersorgaan komen. Verder zal ook geregeld moeten worden hoe de onderwerpen voor overleg of advisering worden vastgesteld.
In het derde, vierde en vijfde lid zijn een aantal bepalingen opgenomen om het functioneren van het gebruikersorgaan te faciliteren. Op grond van het derde lid is er ten minste twee maal jaarlijks een overlegvergadering waarvoor zowel het bestuur als het gebruikersorgaan onderwerpen kunnen voorstellen. Op grond van het vierde lid krijgt het gebruikersorgaan tijdig alle benodigde inlichtingen en gegevens en als een advies van het gebruikersorgaan niet wordt gevolgd dient dit, op grond van het vijfde lid, te worden meegedeeld aan het gebruikersorgaan voorzien van een onderbouwing hiervoor.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst