Artikel 63b Keuzerecht variabele of vaste uitkering

1 Bij een verbeterde premieovereenkomst of een premie-kapitaalovereenkomst kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst die voorziet in uitkering van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum, legt de pensioenuitvoerder de deelnemer of gewezen deelnemer in elk geval voorafgaand aan de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat of kan ingaan de keuze voor tussen een vastgestelde uitkering of een variabele uitkering.

2 Bij het bieden van de keuze verstrekt de pensioenuitvoerder de deelnemer of gewezen deelnemer de voor hem relevante informatie over de gevolgen en risico’s bij deze keuze waaronder een opgave van de hoogte van de vastgestelde uitkeringen en een opgave van de hoogte van de variabele uitkeringen. Deze opgaven worden tevens weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.

3 Een pensioenuitvoerder die niet zowel vastgestelde als variabele uitkeringen uitvoert meldt dit aan de deelnemer of gewezen deelnemer. De pensioenuitvoerder verstrekt de in het tweede lid bedoelde informatie voor de uitkering die hij uitvoert en wijst de deelnemer of gewezen deelnemer op de mogelijkheden tot waardeoverdracht, bedoeld in de artikelen 80, 81, en 81a, tweede lid.

4 Indien de deelnemer of gewezen deelnemer niet binnen de door de pensioenuitvoerder gestelde termijn reageert op de keuzemogelijkheid die hem ingevolge het eerste lid is geboden, gaat de pensioenuitvoerder die vastgestelde uitkeringen uitvoert op de ingangsdatum van het pensioen over tot verstrekking van een vastgestelde uitkering. In afwijking van de eerste zin kunnen de partijen die betrokken zijn bij de vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenovereenkomst overeenkomen dat de pensioenuitvoerder op de ingangsdatum van het pensioen overgaat tot verstrekking van een variabele uitkering aan een deelnemer of gewezen deelnemer die niet binnen de door de pensioenuitvoerder gestelde termijn reageert op de keuzemogelijkheid die hem ingevolge het eerste lid is geboden.

5 Een pensioenfonds dat uitsluitend variabele uitkeringen uitvoert waarbij deelnemers of gewezen deelnemers deel uitmaken van de toedelingskring waarop een collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico wordt toegepast, legt de deelnemer of gewezen deelnemer, voorafgaand aan de eerste toetreding tot de toedelingskring, de keuze tot toetreding voor. Het tweede tot en met vierde lid zijn bij deze keuze van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de partijen die betrokken zijn bij de vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenovereenkomst kunnen overeenkomen dat een deelnemer of gewezen deelnemer toetreedt tot de toedelingskring, indien de deelnemer of gewezen deelnemer niet binnen de door het pensioenfonds gestelde termijn reageert op de keuzemogelijkheid die hem ingevolge de eerste zin is geboden. Bij het bieden van de keuze wijst het pensioenfonds in dit geval expliciet op de consequenties van niet of niet tijdig reageren door de deelnemer of gewezen deelnemer. Voor zover de deelnemer of gewezen deelnemer is toegetreden tot de toedelingskring zijn het eerste tot en met vierde lid voorafgaand aan de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat of kan ingaan niet van toepassing. Dit lid wordt bij een algemeen pensioenfonds toegepast per collectiviteitkring.

5 6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel over onder meer de te verstrekken informatie, de rekenregels en de wijze waarop de informatie wordt verstrekt.

Consultatiedocument, p. 172:

Artikel I, onderdeel OO en artikel VII, onderdeel OO
Artikel 63b Pensioenwet en artikel 75b Wvb regelen het keuzerecht tussen een vastgestelde en variabele uitkering en zijn van toepassing bij premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten die voorzien in een op de pensioendatum nog aan te wenden kapitaal. In het eerste lid wordt de verwijzing naar de kapitaalovereenkomsten geschrapt en wordt verduidelijkt dat de premieovereenkomsten die voorzien in uitkering van een aan te wenden kapitaal de verbeterde premieovereenkomst en de premie-kapitaalovereenkomst zijn. Bij de nieuwe premieovereenkomst hoort steeds een variabele uitkering en is het keuzerecht voor een vastgestelde of variabele uitkering niet aan de orde.

In het vierde lid is opgenomen dat de vastgestelde uitkering de “default” uitkering is. Indien een deelnemer of gewezen deelnemer niet reageert op de voorgelegde keuze tussen een vastgestelde en een variabele uitkering wordt een vastgestelde uitkering verstrekt. Alleen in de bijzondere omstandigheden, genoemd in het vijfde lid (een pensioenfonds dat uitsluitend variabele uitkeringen uitvoert en een collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico toepast waaraan wordt deelgenomen door deelnemers en gewezen deelnemers) kunnen de partijen die betrokken zijn bij de pensioenovereenkomst overeenkomen dat de deelnemer die niet reageert een variabele uitkering krijgt. Voorgesteld wordt het vierde lid zo aan te passen dat in alle gevallen de partijen die betrokken zijn bij vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenovereenkomst kunnen overeenkomen dat de variabele uitkering de default uitkering is.
Vanwege de wijziging van het vierde lid kan het vijfde lid vervallen.

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Start typing and press Enter to search