Artikel 76 Plicht tot waardeoverdracht op verzoek deelnemer bij andere pensioenovereenkomst met dezelfde werkgever
1 De pensioenuitvoerder is verplicht om na een verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht de overdrachtswaarde van diens pensioenaanspraken over te dragen indien:
a sprake is van een individuele beëindiging van de deelneming bij een nieuwe of voortgezette dienstbetrekking bij dezelfde werkgever; en
b die waardeoverdracht ertoe strekt het de gewezen deelnemer mogelijk te maken pensioenaanspraken te verwerven bij de ontvangende pensioenuitvoerder;
tenzij de overdragende en ontvangende pensioenuitvoerder niet identiek zijn en sprake is van de in artikel 72 omschreven situaties.
Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
2 De ontvangende pensioenuitvoerder is verplicht om na een verzoek tot waardeoverdracht van een deelnemer de overdrachtswaarde aan te wenden ter verwerving van pensioenaanspraken voor die deelnemer.
3 De plicht van de overdragende pensioenuitvoerder om de waarde rechtstreeks over te dragen en de plicht van de ontvangende pensioenuitvoerder om de waarde aan te wenden ontstaat indien de deelnemer binnen zes maanden na aanvang van de verwerving van pensioenaanspraken in de door de ontvangende pensioenuitvoerder uitgevoerde pensioenregeling een opgave heeft gevraagd van zijn pensioenaanspraken aan de ontvangende pensioenuitvoerder en daarna het verzoek tot waardeoverdracht doet aan de ontvangende pensioenuitvoerder.
4 De overdrachtswaarde wordt door de overdragende pensioenuitvoerder zodanig vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan.
5 Het vierde lid is:
a met betrekking tot uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2002 zijn of worden opgebouwd;
b met betrekking tot premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2005 zijn of worden opgebouwd.
6 In afwijking van het vijfde lid kan het vierde lid van toepassing zijn op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd voor 1 januari 2002 respectievelijk 1 januari 2005 indien dit is overeengekomen in de pensioenovereenkomst.
5 7 De overdragende en de ontvangende pensioenuitvoerder brengen in het kader van de waardeoverdracht geen kosten in rekening bij de gewezen deelnemer.
6 8 Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
7 9 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de berekening van de overdrachtswaarde, de waarde van met de overdrachtswaarde te verwerven pensioenaanspraken alsmede de in acht te nemen procedures.
Consultatiedocument, p. 34:
Waardeoverdracht
Ingeval van een individuele waardeoverdracht krijgen deelnemers alleen het actuele voor de uitkering gereserveerde pensioenvermogen mee en geen gedeelte van de solidariteitsreserve. De ontvangende pensioenuitvoerder voegt dit pensioenvermogen toe aan het voor de uitkering gereserveerde pensioenvermogen in de nieuwe pensioenregeling. Er wordt door de ontvangende pensioenuitvoerder geen deel van het over te dragen vermogen in de solidariteitsreserve gestort.
[…]
Consultatiedocument, p. 169:
Artikel I, onderdelen II, LL, PP, QQ, RR, SS, TT, UU, WW, XX en artikel VII, onderdelen II, LL, PP, QQ, SS, TT, UU, WW, XX
In een aantal artikelen met betrekking tot uitruil, keuzemogelijkheden, afkoop en waardeoverdracht is overgangsrecht opgenomen voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Daarbij gelden andere data voor uitkeringsovereenkomsten, kapitaalovereenkomsten en premieovereenkomsten. In de meeste gevallen is in de Pensioenwet gelijke behandeling bij uitkeringsovereenkomsten voorgeschreven vanaf 2002 en voor premieovereenkomsten vanaf 2005. Ook zijn data voorgeschreven voor gelijke behandeling vanaf het moment waarop een bepaalde actie mogelijk werd (bijvoorbeeld 2015 voor afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen). Omdat de uitkeringsovereenkomst en kapitaalovereenkomst vervallen is aanpassing van de bepalingen over gelijke behandeling nodig. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het overgangsrecht voor gelijke behandeling uit de afzonderlijke artikelen te halen en te verplaatsen naar een apart artikel waarin al het overgangsrecht voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt opgenomen (artikel 220c van de Pensioenwet en artikel 214b Wvb). Bij pensioenfondsen die invaren zal in de waardering van opgebouwde aanspraken rekening worden gehouden met de gelijke behandelingsregels en de data die daarvoor gelden.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst