Artikel 80 Waardeoverdracht door pensioenfondsen bij bereiken pensioendatum op grond van de pensioenovereenkomst

1 Een pensioenfonds is bevoegd om op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde de waarde van zijn pensioenaanspraken welke voortvloeien uit een verbeterde premieovereenkomst kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst die voorziet in de uitkering van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum, per de pensioendatum rechtstreeks over te dragen aan een andere pensioenuitvoerder indien:

a de pensioenovereenkomst hierin voorziet;

b de overdrachtswaarde zodanig door het overdragende pensioenfonds wordt vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan; en

c indien de ontvangende pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde reeds pensioenaanspraken heeft jegens dat pensioenfonds.

Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.

2 In afwijking van het eerste lid is een pensioenfonds verplicht op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde de waarde van zijn pensioenaanspraken als bedoeld in het eerste lid, per de pensioendatum rechtstreeks over te dragen aan een andere pensioenuitvoerder indien voldaan wordt aan de in het eerste lid, onderdelen b en c en tweede zin, genoemde voorwaarden en:

a het pensioenfonds uitsluitend variabele uitkeringen uitvoert en het pensioenkapitaal na de overdracht wordt aangewend voor een vastgestelde uitkering, tenzij de deelnemer of gewezen deelnemer voor de pensioendatum deel uitmaakt van de toedelingskring waarop een collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico wordt toegepast; of

b het pensioenfonds uitsluitend vastgestelde uitkeringen uitvoert en het pensioenkapitaal na de overdracht wordt aangewend voor een variabele uitkering.

Dit lid wordt bij een algemeen pensioenfonds toegepast per collectiviteitkring.

3 Het eerste lid, onderdeel b, is van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2005 zijn opgebouwd.

4 Voorzover het bij de toepassing van het eerste lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een premievrije voortzetting van die aanspraken worden opgebouwd, is het eerste lid, onderdeel b, van toepassing indien het recht op die premievrije voortzetting is ontstaan op of na 1 januari 2002.

5 In afwijking van het derde lid kunnen de in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen voorwaarden van toepassing zijn op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd voor 1 januari 2005 indien dit is overeengekomen in de pensioenovereenkomst.

3 6 Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.

4 7 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld aan het vaststellen van de overdrachtswaarde.

Consultatiedocument, p. 169:

Artikel I, onderdelen II, LL, PP, QQ, RR, SS, TT, UU, WW, XX en artikel VII, onderdelen II, LL, PP, QQ, SS, TT, UU, WW, XX
In een aantal artikelen met betrekking tot uitruil, keuzemogelijkheden, afkoop en waardeoverdracht is overgangsrecht opgenomen voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Daarbij gelden andere data voor uitkeringsovereenkomsten, kapitaalovereenkomsten en premieovereenkomsten. In de meeste gevallen is in de Pensioenwet gelijke behandeling bij uitkeringsovereenkomsten voorgeschreven vanaf 2002 en voor premieovereenkomsten vanaf 2005. Ook zijn data voorgeschreven voor gelijke behandeling vanaf het moment waarop een bepaalde actie mogelijk werd (bijvoorbeeld 2015 voor afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen). Omdat de uitkeringsovereenkomst en kapitaalovereenkomst vervallen is aanpassing van de bepalingen over gelijke behandeling nodig. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het overgangsrecht voor gelijke behandeling uit de afzonderlijke artikelen te halen en te verplaatsen naar een apart artikel waarin al het overgangsrecht voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt opgenomen (artikel 220c van de Pensioenwet en artikel 214b Wvb). Bij pensioenfondsen die invaren zal in de waardering van opgebouwde aanspraken rekening worden gehouden met de gelijke behandelingsregels en de data die daarvoor gelden.

Consultatiedocument, p. 172-173:

Artikel I, onderdeel TT en artikel VII, onderdeel SS
In artikel 80 van de Pensioenwet en artikel 88 Wvb is de waardeoverdracht op de pensioendatum (het shoppen) bij pensioenfondsen geregeld.

In het eerste lid vervalt de verwijzing naar de kapitaalovereenkomst en wordt de bevoegdheid om waarde over te dragen op de pensioendatum beperkt tot de verbeterde premieovereenkomst. Bij de nieuwe premieovereenkomst zijn de opbouwfase en de uitkeringsfase een geheel en is het voor pensioen bestemd vermogen geen nog aan te wenden kapitaal waarmee geshopt zou kunnen worden.

In het tweede lid, waarin geregeld is dat er bij een pensioenfonds dat uitsluitend variabele of uitsluitend vastgestelde uitkeringen uitvoert een shoprecht is voor de uitkering die het pensioenfonds niet uitvoert, vervalt de uitzondering voor fondsen met een collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico waar (gewezen) deelnemers deel van uitmaken. Alleen bij een dergelijk pensioenfonds kan bepaald worden dat de variabele uitkering de default uitkering is en dan hebben deelnemers op een eerder moment (het moment van toetreding tot het collectief toedelingsmechanisme) de keuze tussen vast en variabel. Kiezen ze voor variabel of
kiezen ze niet (en is variabel de default) dan is er geen mogelijkheid meer te shoppen voor een vaste uitkering op de pensioendatum.

Op grond van de wijziging van artikel 63b van de Pensioenwet en artikel 75b Wvb kan bij alle pensioenuitvoerders geregeld worden dat de variabele uitkering de default uitkering is en is de bijzondere regeling voor pensioenfondsen vervallen. Ook de uitzondering op het shoprecht vervalt waardoor deelnemers ook bij deze pensioenfondsen op de pensioendatum kunnen shoppen voor een vaste uitkering (als aan de overige voorwaarden is voldaan).
De data voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen zijn verplaatst naar artikel 220c van de Pensioenwet en artikel 214b Wvb.

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Start typing and press Enter to search