Artikel 144 Parameters
1 Bij algemene maatregel van bestuur worden, ten behoeve van de berekeningen bedoeld bij de artikelen 126, 128, 137, 138, 139, 140 en 143 noodzakelijk voor de uitvoering van een pensioenregeling, regels gesteld over:
a het minimale percentage van het gemiddelde loon- of prijsindexcijfer;
b het maximaal te hanteren gemiddelde rendement op vastrentende waarden;
c de maximaal te hanteren risicopremies op onder andere aandelen en onroerend goed; en
d een uniforme set met economische scenario’s.
2 De in het eerste lid bedoelde regels worden uiterlijk iedere vijf jaren getoetst, rekening houdend met financieel-economische ontwikkelingen in het verleden en realistische inzichten ten aanzien van toekomstige financieel-economische verwachtingen.
3 Voordat de voordracht van de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt gedaan vraagt Onze Minister het oordeel van een commissie bestaande uit onafhankelijke leden die door Onze Minister worden aangewezen, waaronder een voorzitter. Daarbij wordt tevens het oordeel van de commissie gevraagd over de technische uitwerking van de grondslagen voor de waardering van pensioenverplichtingen met een lange termijn.
Ten behoeve van de toetsing, bedoeld in het tweede lid, stelt Onze Minister een commissie in met toepassing van artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges. Onze Minister kan tevens het oordeel van de commissie vragen over de toepassing van de rentetermijnstructuur bij rentes met een lange looptijd.
4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de in het derde lid bedoelde commissie.
5 4 De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst