Artikel 150b. Toepassingsgebied

1 Dit hoofdstuk is van toepassing, indien:

a op 31 december 2021 een pensioenovereenkomst gold;

b de pensioenovereenkomst wordt gewijzigd met als doel om te voldoen aan het nieuwe kader zoals geïntroduceerd met de Wet toekomst pensioenen; en

c er geen gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht, bedoeld in artikel 220e.

2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de partijen die de wijziging van de pensioenregeling zijn overeengekomen gelijkgesteld met de werkgever.

Consultatiedocument, p. 53-54:

4b.2 Verschillende pensioenregelingen
4b.2.1 Vervallen van uitkeringsovereenkomsten
Een van de gevolgen van dit wetsvoorstel is dat het vanaf 1 januari 2026 voor sociale partners niet meer mogelijk is om een pensioenregeling in de wettelijke vorm van een uitkeringsovereenkomst af te spreken. Het huidige financieel toetsingskader wordt aan het vervallen van pensioenopbouw in deze pensioenovereenkomsten aangepast. Er zijn dan geen wettelijke eisen meer nodig voor het vaststellen van een kostendekkende premie of voor demping van die kostendekkende premie. Dat betekent dat de artikelen die dit betreft met dit wetsvoorstel komen te vervallen. Ook de regeling voor de premiekorting kan deels vervallen, met uitzondering van de wettelijke eisen voor terugstorting. De mogelijkheid tot terugstorting blijft namelijk gelden voor pensioenopbouw die vóór 1 januari 2026 is toegekend binnen een uitkeringsovereenkomst.

4b.2.2 Keuze voor vaste pensioenuitkering in de verbeterde premieregeling
Vóór inwerkingtreding van dit wetsvoorstel kan een deelnemer in een premieovereenkomst bij pensioeningang kiezen tussen een vaste pensioenuitkering of een variabele pensioenuitkering. Hierbij geldt voor de vaste pensioenuitkering bij pensioenfondsen het huidige financieel toetsingskader. [voetnoot 57: Vaste pensioenuitkeringen bij verzekeraars worden uitgevoerd volgens de wettelijke eisen uit de Wet financieel toezicht en Solvency II en kennen een hogere zekerheidsmaat dan vaste pensioenuitkeringen bij pensioenfondsen.] In hoofdstuk 3 is opgenomen dat ook ná inwerkingtreding van dit wetsvoorstel deze keuze voor een vaste pensioenuitkering bij pensioenfondsen met een verbeterde premieregeling behouden blijft. De eerdergenoemde evaluatie van het huidige financieel toetsingskader alsook de evaluatie van de Wet verbeterde premieregeling geven geen aanleiding om de uitvoering van vaste uitkeringen door pensioenfondsen aan te passen. Het financieel toetsingskader blijft hiervoor dus ongewijzigd. [voetnoot 58 Voor (aanspraken op) vaste uitkeringen bij pensioenfondsen blijven dus de regels uit het financieel toetsingskader gelden voor onder meer de beleggingen, toeslagverlening, vaststelling van het (minimaal) vereist eigen vermogen, het herstelplan, de haalbaarheidstoets, e.d.] Wel ontstaat er voor pensioenfondsen die een vaste pensioenuitkering aanbieden, op den duur een andere situatie als de groep actieven en gewezen deelnemers met (aanspraken op) vaste uitkeringen krimpt in de loop der tijd en er nog slechts een collectief voor lopende, vaste uitkeringen overblijft. Een pensioenfonds moet in de financiële opzet hier rekening mee houden.

De enige aanpassing ten aanzien van vaste uitkeringen bij pensioenfondsen is dat in lagere regelgeving geregeld zal worden op welke wijze bij pensioeningang een vaste uitkering gefinancierd kan worden met het gespaarde kapitaal in een (zogenoemde bruto) premieregeling. Hierbij zal worden aangesloten op de regels die al wel gelden voor financiering van een vaste uitkering in de basisregeling met het gespaarde kapitaal in een netto premieregeling, het zogenoemde dekkingsgraadneutrale tarief. Het is van belang te borgen dat reeds aanwezige deelnemers met een aanspraak op een vaste uitkering geen voor- of nadeel ondervinden van toetreding van nieuwe gepensioneerden uit een premieregeling, zeker in geval van krimpende pensioenfondsen.

[…]

Consultatiedocument, p. 63:

Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het wettelijke transitiekader geschetst. Dit betreft nieuwe en bestaande wet- en regelgeving die partijen in acht moeten nemen bij het wijzigen van hun pensioenregeling. Het transitiekader normeert het transitieproces en biedt sociale partners, werkgevers en pensioenuitvoerders handvatten om de transitie zorgvuldig en evenwichtig uit te voeren. Zij geven binnen deze kaders hun eigen transitie vorm. Met transitie wordt gedoeld op de overstap naar een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie, inclusief alle afspraken over invaren, compensatie en een evenwichtige uitkomst.

Het transitiekader is tijdelijk voor de duur van de transitie: 2022 tot 2026. [voetnoot 72: In de fiscaliteit is er aansluitend aan het transitiekader nog een tijdelijk verruimd kader voor de pensioenpremie, zie hoofdstuk 5.] Het transitiekader is van toepassing indien op 31 december 2021 een pensioenovereenkomst gold die gewijzigd wordt om te voldoen aan het nieuwe kader dat met voorliggend wetsvoorstel wordt geïntroduceerd. Zo’n wijziging kan niet in één dag plaatsvinden, daarom geldt er een transitieperiode waarin de wijziging zorgvuldig kan worden voorbereid en uitgevoerd. In paragraaf 6.1 worden de verschillende fases in de transitieperiode nader toegelicht. De fases bevatten een aantal mijlpalen voor een uiterste datum om een bepaalde stap te zetten in het transitieproces. Deze mijlpalen zorgen ervoor dat de uiterste transitiedatum van 31 december 2025 door iedereen wordt gehaald.

[…]

Consultatiedocument, p. 63-64

In bepaalde situaties is gebleken dat een overstap naar een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie niet kan plaatsvinden binnen de afgesproken randvoorwaarden van adequate en kostenneutrale compensatie. Dit kan gelden voor a) premieregelingen met een progressieve premie en b) uitkeringsregelingen met een progressieve premie die zijn ondergebracht bij een verzekeraar. In het pensioenakkoord is afgesproken dat er bij deze pensioenregelingen voor een langere uitfasering in de tijd gekozen kan worden. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om in de geschetste situaties de progressieve premie voor bestaande deelnemers te eerbiedigen. Het transitiekader zoals in dit hoofdstuk wordt geschetst, is derhalve niet van toepassing op deze situaties. Een nadere toelichting op deze situaties wordt in gegeven in hoofdstuk 14 Overgangsrecht.

[…]

Consultatiedocument, p. 178-179:

Artikel 150b Pensioenwet en artikel 145a Wvb (Toepassingsgebied)
Dit hoofdstuk bevat voorschriften die in acht moeten worden genomen gedurende de transitieperiode, oftewel de periode tussen de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel (beoogd: 1 januari 2022) en de uiterste datum waarop alle pensioenovereenkomsten moeten voldoen aan het kader dat met dit wetsvoorstel wordt geïntroduceerd (1 januari 2026). Voorgesteld wordt in dit artikellid het toepassingsgebied van dit hoofdstuk vast te leggen.

De voorschriften uit dit hoofdstuk zijn van toepassing als:
a. op 31 december 2021 een pensioenovereenkomst gold,
b. de pensioenovereenkomst wordt gewijzigd met als doel om te voldoen aan het nieuwe kader zoals geïntroduceerd met dit wetsvoorstel; en
c. er geen gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht, bedoeld in artikel 220e van de Pensioenwet, op grond waarvan in bepaalde gevallen ook na 31 december 2025 een progressieve premie gehanteerd kan blijven.

In deze situaties kunnen er, zoals omschreven in hoofdstuk 6 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting, zogenoemde transitie-effecten optreden en moeten er keuzes worden gemaakt over de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten en het al dan niet toekennen van compensatie aan deelnemers. Met het oog hierop worden specifieke voorschriften voor de transitieperiode passend geacht, zodat zoveel
mogelijk is geborgd dat de betrokken partijen het proces zorgvuldig inrichten, hierbij alle relevante factoren worden betrokken en het proces tijdig is afgerond.

Voor de volledigheid zij opgemerkt dat het op grond van het voorgestelde onderdeel a voor de toepasselijkheid van dit hoofdstuk relevant is of een werkgever reeds voor inwerkingtreding van dit wetsvoorstel een pensioenovereenkomst had gesloten met zijn werknemers. Voor zover in de transitieperiode een nieuwe werknemer in dienst komt en de transitie nog niet is afgerond, kan met de nieuwe werknemer een pensioenovereenkomst worden afgesloten die voldoet aan de regels van het huidige wettelijke kader. Uiteraard geldt ook ten aanzien van deze pensioenovereenkomst dat die uiterlijk met ingang van 1 januari 2026 moeten voldoen aan het kader zoals geïntroduceerd met dit wetsvoorstel. Als een werkgever voor de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel nog geen pensioenovereenkomst had gesloten met zijn werknemers en hier voor het eerst na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel toe overgaat, dienen deze pensioenovereenkomsten direct te voldoen aan het kader dat met dit wetsvoorstel wordt geïntroduceerd. Zie in dit kader ook het overgangsrecht.

Met het tweede lid wordt voor de Pensioenwet vastgelegd dat de partijen die de wijziging van de pensioenregeling zijn overeengekomen voor de toepassing van dit hoofdstuk worden gelijkgesteld met de werkgever. Deze gelijkstelling is relevant voor zover de pensioenregeling op collectief niveau is overeengekomen tussen vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een door een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds uitgevoerde pensioenregeling. In dat geval gelden de artikelen waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over de werkgever ten aanzien van de partijen die de wijziging van de pensioenregeling zijn overeengekomen.

Voor de volledigheid zij opgemerkt dat indien er sprake is van deelname aan een door een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds uitgevoerde pensioenregeling er geen sprake van een expliciete pensioenovereenkomst tussen een werkgever en werknemer. De Pensioenwet stelt een verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds evenwel gelijk aan een pensioenovereenkomst (artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Pensioenwet).

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Start typing and press Enter to search