Artikel 150g Hoorrecht vereniging van gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bij uitvoering door pensioenfonds
1 Indien de pensioenovereenkomst is ondergebracht bij een pensioenfonds stelt de werkgever, voor zover van toepassing, een vereniging van gewezen deelnemers die aantoont een substantieel gedeelte van alle gewezen deelnemers van het pensioenfonds te vertegenwoordigen en een vereniging van pensioengerechtigden die aantoont een substantieel gedeelte van alle pensioengerechtigden van het pensioenfonds te vertegenwoordigen in de gelegenheid een oordeel uit te spreken over het transitieplan. Het oordeel wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van invloed kan zijn op de inhoud van het transitieplan en de daarin verantwoorde keuzes.
2 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel over in ieder geval de voorwaarde dat een vereniging van gewezen deelnemers dan wel vereniging van pensioengerechtigden een substantieel gedeelte van de gewezen deelnemers respectievelijk pensioengerechtigden dient te vertegenwoordigen.
Consultatiedocument, p. 84:
Werkgever en werknemer (of sociale partners op collectief niveau) komen wijziging van de pensioenovereenkomst overeen. Daarbij komen ze tevens overeen of een verzoek tot invaren zal worden gedaan. Sociale partners of de werkgever stellen vervolgens het transitieplan op. Dit transitieplan bevat een vastlegging van alle keuzes, overwegingen en berekeningen over de nieuwe pensioenregeling, compensatieafspraken en de keuze om een verzoek te zullen doen om in te varen.
Bij een rechtsgeldige wijziging van de pensioenovereenkomst geldt dat deze eveneens doorwerking heeft in de rechtsverhouding van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.
Tegelijkertijd realiseert de regering zich dat gewezen deelnemers en pensioengerechtigden veelal minder betrokken zijn bij de onderhandelingen over de nieuwe pensioenregeling en het voornemen om de bestaande pensioenrechten in te varen in de nieuwe pensioenregeling. Om die reden wordt er een hoorrecht gecreëerd voor verenigingen van gewezen deelnemers of pensioengerechtigden.
Een vereniging van pensioengerechtigden die een substantieel aantal van de pensioengerechtigden bij het pensioenfonds vertegenwoordigt, wordt in de gelegenheid gesteld te worden gehoord of schriftelijk inbreng te kunnen geven over het transitieplan. Dezelfde waarborg wordt ingevoerd voor een vereniging van gewezen deelnemers die een substantieel aantal van gewezen deelnemers bij het pensioenfonds vertegenwoordigen.
Aan de verenigingen van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers die zich hebben gemeld bij de sociale partners wordt een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit tot invaren en van de gevolgen die het besluit naar verwachting voor de deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden en andere pensioengerechtigden zal hebben. De verenigingen kunnen deze informatie beoordelen en daar een oordeel over geven. Een eventueel oordeel van een vereniging van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers is niet bindend, maar geeft sociale partners, werkgever of beroepspensioenvereniging wel de mogelijkheid om bij de belangenafweging de ingebrachte standpunten van deze verenigingen te beoordelen en te wegen bij het finaliseren van het transitieplan. De functie van het hoorrecht is aldus tweeledig: enerzijds dient het als informatievoorziening richting belanghebbenden in een vroeg stadium van de transitie en anderzijds dwingt het sociale partners ertoe de belangen van belanghebbenden zichtbaar mee te wegen in het transitieplan.
[…]
Consultatiebureau, p. 95:
Hoorrecht verenigingen van pensioengerechtigden en verenigingen van gewezen deelnemers
Naast de eerder beschreven juridische consequenties en mogelijkheden om een pensioenregeling te wijzigen wordt een nieuwe waarborg geïntroduceerd in de arbeidsvoorwaardelijke fase.
Als waarborg stelt de regering voor om wettelijk te regelen dat een vereniging van pensioengerechtigden die een substantieel aantal van de pensioengerechtigden bij het pensioenfonds vertegenwoordigt, desgevraagd in de gelegenheid gesteld moet worden te worden gehoord of schriftelijk inbreng te kunnen geven over het transitieplan. Dezelfde waarborg wordt voorgesteld voor een vereniging van gewezen deelnemers die een substantieel aantal van gewezen deelnemers bij het pensioenfonds vertegenwoordigt. Bij een substantieel aantal gaat het om een vereniging of een samenwerkingsverband van verenigingen die voldoende leden hebben om representatief te zijn voor deze groepen belanghebbenden. Wat substantieel is zal bij algemene maatregel van bestuur nader kunnen worden uitgewerkt.
In het transitieplan wordt onder meer ingegaan op de afspraak van sociale partners om het standaard invaarpad bij invaren te volgen of zich te beroepen op de uitzonderingsmogelijkheid. Alhoewel een pensioenfonds over invaren zelf nog een besluit moet nemen, raakt dit transitieplan wel de positie van pensioengerechtigden en gewezen deelnemers omdat de afspraak om wel of niet om invaren te verzoeken al in de arbeidsvoorwaardelijke fase wordt gemaakt.
Aan de verenigingen van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers die zich hebben gemeld bij de sociale partners en voldoen aan de eerder genoemde representativiteit, wordt een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit tot invaren en van de gevolgen die het besluit naar verwachting voor de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere belanghebbenden zal hebben. De verenigingen kunnen deze informatie beoordelen en daar een oordeel over geven. Een eventueel oordeel van een vereniging van pensioengerechtigden of gewezen deelnemers is niet bindend, maar geeft sociale partners wel de mogelijkheid om bij de belangenafweging de ingebrachte standpunten van deze verenigingen te beoordelen en te wegen bij het finaliseren van het transitieplan.
Er geldt al een wettelijke verplichting voor pensioenfondsen om desgevraagd de pensioengerechtigden bij het pensioenfonds te informeren over de oprichting of bestaan van een vereniging van pensioengerechtigden. [voetnoot 113: Artikel 115h, van de Pensioenwet.] Het pensioenfonds kan richting sociale partners de namen van dergelijke verenigingen van pensioengerechtigden doorgeven of op de website plaatsen.
[…]
Consultatiedocument, p. 148:
Burgers
Dit wetsvoorstel heeft ook gevolgen voor de regeldruk voor burgers, met name voor deelnemers en pensioengerechtigden.
1. Handeling: Oprichting verenigingen van belanghebbenden.
Voor het hoorrecht bij het transitieplan moeten belanghebbenden een vereniging oprichten die minimaal 10% van de populatie in die pensioenregeling vertegenwoordigt. Deze verenigingen dienen zich te melden bij het pensioenfonds.
[…]
Consultatiedocument, p. 185:
Artikel 150g Pensioenwet en artikel 145f Wvb (Hoorrecht)
Met dit artikel wordt voorgesteld een hoorrecht voor een vereniging van gewezen deelnemers en een vereniging van pensioengerechtigden te introduceren ten aanzien van het transitieplan. Dit hoorrecht geldt als de pensioenovereenkomst is ondergebracht bij een pensioenfonds en de vereniging van gewezen deelnemers respectievelijk vereniging van pensioengerechtigden kan aantonen een substantieel gedeelte van alle gewezen deelnemers respectievelijk pensioengerechtigden te vertegenwoordigen. Bij algemene maatregel van bestuur wordt nader uitgewerkt wanneer sprake is van het vertegenwoordigen van een substantieel gedeelte van de gewezen deelnemers respectievelijk pensioengerechtigden. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat het hoorrecht aan de verenigingen afzonderlijk toekomt en aldus voor het hoorrecht ook niet vereist is dat er altijd zowel een vereniging voor gewezen deelnemers als een vereniging voor pensioengerechtigden is.
Een hoorrecht ten aanzien van het transitieplan wordt wenselijk geacht als (extra) waarborg voor de betrokkenheid van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden in de arbeidsvoorwaardelijke fase. In het transitieplan landen op verschillende onderdelen keuzes en overwegingen die relevant zijn voor deze geledingen. Dit betreft allereerst de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. In dit kader zal in het transitieplan onder andere worden ingegaan op de vraag of conform het standaard invaarpad zal worden ingevaren of dat hiervan wordt afgeweken (en waarom). Voorts is voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden relevant in hoeverre, voor zover van toepassing, de werkgever het pensioenfonds zal verzoeken om een deel van het vermogen van het pensioenfonds in te zetten voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve of voor de compensatie van deelnemers door het toekennen van extra pensioenaanspraken. Ook het inzicht in de transitie-effecten voor alle geledingen en de verantwoording waarom sprake is van een evenwichtige transitie is relevant voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.
De werkgever vraagt het oordeel van een verenging van gewezen deelnemers en een vereniging van pensioengerechtigden op een zodanig tijdstip dat het oordeel van invloed kan zijn op de inhoud van het transitieplan en de daarin verantwoorde keuzes. Dit brengt onder meer met zich dat er nog tijd moet zijn voor aanpassingen. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het hoorrecht wordt overgelaten aan de werkgever. Het is denkbaar dat in afstemming met de vereniging van gewezen deelnemers respectievelijk pensioengerechtigden wordt gekozen voor een overleg waarin mondeling de inbreng kan worden geleverd of de vereniging kan in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk inbreng te leveren.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst