Artikel 150n Aanwenden vermogen pensioenfonds voor compensatie of solidariteitsreserve
1 Een pensioenfonds is na een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 150m bevoegd om op verzoek van de werkgever een deel van het vermogen van het pensioenfonds aan te wenden voor de initiële vulling van een solidariteitsreserve of de compensatie van deelnemers door het toekennen van extra pensioenaanspraken, mits:
a bij toepassing van de vba-methode, bedoeld in artikel 150m, tiende lid: de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten na de collectieve waardeoverdracht minimaal gelijk is aan de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten voor de collectieve waardeoverdracht, waarbij voor het aanwenden van een deel van het vermogen ten behoeve van de compensatie van deelnemers reeds zonder toedeling van de compensatie aan deze voorwaarde dient te zijn voldaan;
b bij toepassing van de standaardmethode, bedoeld in artikel 150m, tiende lid: voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve of de compensatie van deelnemers enkel het vermogen wordt aangewend dat op het moment van de collectieve waardeoverdracht niet strekt ter dekking van de technische voorzieningen; en
c voor zover het vermogen wordt aangewend voor de compensatie van deelnemers, de verdelingsregels van het vermogen dat hiervoor wordt benut vastliggen.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.
Consultatiedocument, p. 86-88:
6.2.4 Inzet deel vermogen voor compensatie en solidariteitsreserve
In dit wetsvoorstel maakt de regering het mogelijk om onder voorwaarden een deel van het vermogen in te zetten voor compensatie (compensatiedepot) en voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve. [voetnoot 98: Conform de afspraken die gemaakt zijn in de Hoofdlijnennota uitwerking pensioenakkoord d.d. 5 juni 2020.] In deze paragraaf wordt nader toegelicht onder welke voorwaarden dit kan plaatsvinden en in welke mate het vermogen voor deze doelen kan worden ingezet.
Het kunnen inzetten van een deel van het vermogen is alleen aan de orde, indien de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten worden ingevaren. Alleen dan is er sprake van omzetting en toedeling van het collectief pensioenvermogen. In de situaties waarin de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten niet worden ingevaren, blijven de (aangepaste) regels van het financieel toetsingskader gelden voor deze pensioenaanspraken en pensioenrechten. Er is dan geen fondsvermogen beschikbaar voor compensatie of initiële vulling van de solidariteitsreserve in de nieuwe pensioenregeling. Omdat alleen bij pensioenfondsen sprake kan zijn van invaren, is het ook alleen bij pensioenfondsen mogelijk om op dat moment – onder voorwaarden – een deel van het vermogen aan te wenden voor compensatie of initiële vulling van de solidariteitsreserve.
In paragraaf 6.2.3 is toegelicht dat invaren wordt vormgegeven als interne collectieve waardeoverdracht, waarbij de waarde van de pensioenaanspraken en pensioenrechten wordt aangewend in een gewijzigde pensioenovereenkomst bij hetzelfde pensioenfonds. Bij een collectieve waardeoverdracht geldt het uitgangspunt dat de overdrachtswaarde toereikend is voor de dekking van de overgedragen pensioenverplichtingen, er wordt uitgegaan van collectieve actuariële gelijkwaardigheid.
Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat het collectieve fondsvermogen bij invaren ook deels gebruikt mag worden voor eventuele vulling van:
1. een solidariteitsreserve
2. een compensatiedepot
De vormgeving en voorwaarden voor de solidariteitsreserve als onderdeel van de nieuwe premieregeling worden toegelicht in paragraaf 3.3.d. De vormgeving en voorwaarden voor een compensatiedepot als onderdeel van een regeling voor compensatie van transitie-effecten wordt nader toegelicht in paragraaf 6.2.5.
Deelnemers [voetnoot 99: Inclusief gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden.] kunnen ook na invaren voordeel hebben van een initiële vulling van de solidariteitsreserve uit het overgedragen fondsvermogen. Via de vastgestelde uitdeelregels kunnen er dan immers bedragen vloeien uit de solidariteitsreserve naar de persoonlijke pensioenvermogens. Daarnaast kan een compensatiedepot voordelen hebben als onderdeel van een regeling voor compensatie van deelnemers voor afschaffen van de doorsneesystematiek, omdat sprake is van gespreide toekenning, waardoor deelnemers die tijdens de compensatieperiode uit dienst gaan niet overgecompenseerd worden en eventuele financiering niet in een keer hoeft te worden ingebracht. Voorwaarde voor het instellen van een compensatiedepot is dat de uitdeelregels op voorhand volledig vastliggen.
Voor de bepaling van de hoogte van de persoonlijke pensioenvermogens bij de collectieve waardeoverdracht staan pensioenfondsen twee waarderingsmethodes ter beschikking: de vba-methode en de standaardmethode. Deze zijn in de paragraaf 6.2.3 onder onderdeel d beschreven. De voorwaarden voor vorming van een solidariteitsreserve of compensatiedepot bij invaren verschillen in beide methoden.
Inzet vermogen voor compensatie met vba-methode
Bij het toepassen van de vba-methode wordt als voorwaarde gesteld dat voor alle deelnemers [voetnoot 100: Inclusief gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden.] de inclusieve marktwaarde van het persoonlijke pensioenvermogen in de nieuwe pensioenregeling [voetnoot 101: Dat wil zeggen het nieuwe contract of de verbeterde premieregeling.] ten minste gelijk is aan de inclusieve marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraak/het pensioenrecht in de uitkeringsovereenkomst onder het financieel toetsingskader (zie het kader hierna). Hiermee wordt voorkomen dat er leeftijdscohorten of deelnemersgroepen zijn die er bij invaren op achteruitgaan qua inclusieve marktwaarde van de huidige opbouw. De berekenings-methode van de inclusieve marktwaarde zal in lagere regelgeving worden vastgelegd.
Inclusieve marktwaarde onder het financieel toetsingskader
In een uitkeringsovereenkomst hebben deelnemers [voetnoot 102: Inclusief gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden.] pensioenaanspraken en pensioenrechten die worden verhoogd als een pensioenfonds er financieel goed voorstaat en verlaagd als het slecht gaat op grond van het financieel toetsingskader. De uiteindelijke pensioenuitkering hangt dus niet alleen af van de hoogte van de huidige pensioenaanspraak, maar ook van eventuele toekomstige toeslagverleningen en verlagingen. Om de marktwaarde van de uitkeringen die volgen uit de huidige pensioenaanspraken en pensioenrechten (inclusief deze voorwaardelijke elementen) in de pensioenregeling te kunnen bepalen, moet er gebruik worden gemaakt van inclusief waarderen. Dit gebeurt met de value-based ALM-techniek.
De inclusieve marktwaarde van de pensioenaanspraken en pensioenrechten is in het financieel toetsingkader altijd lager dan het fondsvermogen. Dit is het gevolg van de wettelijke verdeelregels voor toeslagverlening en verlagingen en de fiscale maximering van toeslagen. Een deel van het fondsvermogen komt hierdoor, uitgaande van ongewijzigde voortzetting van de pensioenregeling, niet terecht bij de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten. Dit deel van het vermogen komt op basis van voortzetting van het fondsbeleid ten goede aan de pensioenopbouw ná de balansdatum.
De hoogte van de inclusieve marktwaarde hangt af van de dekkingsgraad, fondssamenstelling en financiële opzet van het pensioenfonds (waaronder begrepen het beleggings-, premie, toeslag- en kortingsbeleid). Elementen die toekomstige generaties subsidiëren, zoals fiscale maximering van toeslagen, verlagen de marktwaarde van de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten en vergroten het deel voor pensioenopbouw ná de balansdatum. In meer of mindere mate komt altijd een deel van het vermogen ten goede aan de pensioenopbouw ná de balansdatum.
Inclusieve marktwaarde in de nieuwe premieregelingen
In de nieuwe premieregelingen [voetnoot 103: Dat wil zeggen het nieuwe contract of de verbeterde premieregeling.] kan – equivalent aan bovenstaande beschrijving van de inclusieve marktwaarde van de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten in het financieel toetsingskader – de inclusieve marktwaarde van de initiële persoonlijke vermogens worden vastgesteld.
Vanuit de solidariteitsreserve en vanuit een compensatiedepot kunnen bedragen toe- en afvloeien naar het persoonlijke pensioenvermogen, afhankelijk van toekomstige economische ontwikkelingen. De inclusieve marktwaarde van het persoonlijk pensioenvermogen is de marktwaarde van het persoonlijk pensioenvermogen inclusief deze voorwaardelijke elementen in het pensioencontract. Ook deze marktwaarde wordt vastgesteld met de value-based ALM-techniek.
Toename inclusieve marktwaarde in de nieuwe premieregelingen
In de nieuwe premieregelingen is de inclusieve marktwaarde van de initiële persoonlijke pensioenvermogens altijd hoger dan in het huidige financieel toetsingskader. Dit komt doordat de nieuwe premieregelingen minder buffervorming kennen. Door deze toename van de marktwaarde is er vrijwel altijd ruimte om een deel van het vermogen bij het invaren gericht toe te delen met het oog op evenwichtigheid of in te zetten voor vulling van de solidariteitsreserve. Deze ruimte wordt begrensd door de voorwaarde dat de inclusieve marktwaarde in nieuwe premieregelingen ten minste gelijk is aan de inclusieve marktwaarde vóór invaren.
Bij het vullen van het compensatiedepot geldt een extra voorwaarde naast de voorwaarde van een minimaal gelijkblijvende marktwaarde. Deze voorwaarde is dat de inclusieve marktwaarde van de persoonlijke pensioenvermogens ook zonder het meenemen van de voordelen van het compensatiedepot minimaal gelijk moet zijn aan de inclusieve marktwaarde onder het financieel toetsingskader. Hiermee is geborgd dat de voordelen uit het compensatiedepot tenminste aanvullend zijn op de markwaarde onder het financieel toetsingskader en daarmee daadwerkelijk een compensatie zijn voor afschaffen doorsneesystematiek.
De verdeling van het fondsvermogen over de persoonlijke pensioenvermogens, het eigen vermogen en desgewenst de solidariteitsreserve en het compensatiedepot, kan binnen de vba-methode worden afgestemd op de financiële effecten van de transitie als geheel en eventuele andere aspecten die voor het betreffende pensioenfonds relevant zijn met oog op evenwichtigheid.
Inzet vermogen voor compensatie met de standaardmethode
Bij invaren met de standaardmethode wordt het collectieve fondsvermogen volgens een standaardregel toebedeeld aan de persoonlijke pensioenvermogens. Gerichte toedeling van vermogen met het oog op evenwichtigheid is geen onderdeel van deze omzettingsmethode, maar het is wel mogelijk een deel van het fondsvermogen apart te houden voordat de persoonlijke pensioenvermogens worden vastgesteld. Net als in de vba-methode kan in de standaardmethode een deel van het vermogen gebruikt worden voor het eigen vermogen en een eventuele vulling van een compensatiedepot of initiële vulling van een solidariteitsreserve.
De standaardmethode voor bepaling van de hoogte van de persoonlijke pensioenvermogens wordt toegepast op het collectieve fondsvermogen dat (desgewenst) resteert na vermindering met het deel van het vermogen ingezet voor vulling van een compensatiedepot of initiële vulling van een solidariteitsreserve. Het resterende fondsvermogen wordt door toepassing van de standaard-methode volledig verdeeld over de persoonlijke pensioenvermogens.
Bij toepassen van de standaardmethode is het van belang dat wordt voorgeschreven hoe wordt voorkomen dat (gewezen)deelnemers en pensioengerechtigden nadeel ondervinden van de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. In paragraaf 6.2.6 wordt toegelicht dat de uitkomsten in termen van netto profijt uitlegbaar moeten zijn in het licht van de doelen van het pensioenakkoord. Indien het netto profijt van de transitie (aanmerkelijk) positief of negatief is, dient dit verantwoord te worden. In lagere regelgeving zal worden vastgelegd wat de maximale omvang is van het deel van het eigen vermogen [voetnoot 104: Dat wil zeggen het vermogen boven een dekkingsgraad van 100%. In lagere regelgeving zal worden geregeld dat een deel van dit vermogen ook kan worden gebruikt ter dekking van het minimaal vereist eigen vermogen.] dat kan worden ingezet voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve en/of een compensatiedepot bij toepassing van de standaardmethode.
Verantwoordelijkheden bij inzet fondsvermogen voor compensatie of vulling solidariteitsreserve
Zoals hiervoor toegelicht, kan het fondsvermogen onder voorwaarden op prudente wijze worden ingezet voor compensatie dan wel voor de vulling van de solidariteitsreserve. Sociale partners lichten in het transitieplan toe in hoeverre er afspraken zijn gemaakt over de inzet van een deel van het fondsvermogen voor compensatie ten behoeve van een compensatiedepot dan wel over initiële vulling van een solidariteitsreserve.
Het uiteindelijke besluit over de inzet van vermogen bij invaren ligt bij het pensioenfonds. In de paragrafen over medezeggenschap in de arbeidsvoorwaardelijke fase (6.2.7) en in de fase van onderbrenging bij een pensioenuitvoerder (6.3.2) wordt hier nader op in gegaan.
[…]
Consultatiedocument, p. 191-192:
Artikel 150n Pensioenwet en artikel 145m Wvb (Aanwenden vermogen pensioenfonds voor compensatie of solidariteitsreserve)
Voorgesteld wordt in dit artikel vast te leggen onder welke voorwaarden een pensioenfonds bevoegd is om na een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in het voorgestelde artikel 150m van de Pensioenwet of artikel 145l Wvb een deel van het vermogen aan te wenden voor de initiële vulling van een solidariteitsreserve of voor de compensatie van deelnemers door het toekennen van extra pensioenaanspraken.
Met het eerste lid wordt voorgesteld pensioenfondsen onder bepaalde voorwaarden de bevoegdheid te geven om een deel van het vermogen aan te wenden ten behoeve van de initiële vulling van een solidariteitsreserve of de compensatie van deelnemers door het toekennen van extra pensioenaanspraken. Uitgangspunt is dat een werkgever (of de partijen die de pensioenregeling zijn overeengekomen) hiertoe een verzoek bij het pensioenfonds doet. Het uiteindelijke besluit over de inzet van het vermogen als financieringsbron voor de solidariteitsreserve of compensatie ligt bij het pensioenfonds. Een pensioenfonds kan hier evenwel niet zonder een verzoek van de werkgever toe overgaan.
Bij het inzetten van een deel van het vermogen voor de solidariteitsreserve of compensatie past een toets of dit wel prudent is en bijdraagt aan een evenwichtig resultaat. Met het oog hierop wordt voorgesteld enkele voorwaarden aan deze bevoegdheid van pensioenfondsen te verbinden.
De eerste voorwaarde is afhankelijk van de methode die bij de collectieve waardeoverdracht wordt gebruikt voor het waarderen van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten (‘vba-methode’ of ‘standaardmethode’).
Als gebruik wordt gemaakt van de vba-methode is vereist dat de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten na de collectieve waardeoverdracht minimaal gelijk is aan de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten voor de collectieve waardeoverdracht (onderdeel a). Indien het vermogen wordt aangewend voor compensatie moet de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten na de collectieve waardeoverdracht reeds zonder toedeling van de compensatie minimaal gelijk zijn aan de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten voor de collectieve waardeoverdracht. Hiermee wordt geëxpliciteerd dat de compensatie die wordt gefinancierd uit het vermogen niet meetelt voor de beoordeling of de marktwaarde voor en na de collectieve waardeoverdracht minimaal aan elkaar gelijk zijn.
Als gebruik wordt gemaakt van de standaardmethode geldt als voorwaarde dat enkel het vermogen dat op het moment van de collectieve waardeoverdracht niet strekt ter dekking van de technische voorzieningen (het vermogen > dekkingsraad 100%) mag worden aangewend voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve of de compensatie van deelnemers (onderdeel b).
De tweede voorwaarde geldt enkel in geval het vermogen wordt aangewend voor de compensatie van deelnemers. De verdelingsregels van het vermogen dat wordt benut voor compensatie dienen direct vast te liggen (onderdeel c).
Voor de volledigheid zij opgemerkt dat een verantwoordingsorgaan een adviesrecht en het belanghebbendenorgaan een goedkeuringsrecht heeft met betrekking tot een verzoek tot collectieve waardeoverdracht met inbegrip van de verdeling van het vermogen van het pensioenfonds na de waardeoverdracht (zie het voorgestelde artikel 150m van de Pensioenwet of artikel 145l Wvb). Het inzetten van het vermogen voor de initiële vulling van de solidariteitsreserve of compensatie dient derhalve ook altijd aan deze fondsorganen te worden voorgelegd.
Het tweede lid bevat een delegatiegrondslag om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te kunnen stellen met betrekking tot dit artikel.
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst
Hier de tekst