Artikel 220f Overgangsrecht nabestaandenpensioen

1 Opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en verkregen aanspraken op bijzonder partnerpensioen vóór het tijdstip waarop de pensioenuitvoerder overgaat op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst om te voldoen aan de regels omtrent het nabestaandenpensioen zoals geïntroduceerd met de Wet toekomst pensioenen doch uiterlijk voor 1 januari 2026 blijven behouden.

2 Een persoon die vóór het tijdstip waarop de pensioenuitvoerder overgaat op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst om te voldoen aan de regels omtrent het nabestaandenpensioen zoals geïntroduceerd met de Wet toekomst pensioenen kwalificeerde als partner zoals gedefinieerd in artikel 1, zoals dat artikel luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, blijft als partner in de zin van de Pensioenwet aangemerkt zo lang de betreffende relatie tussen de persoon en de werknemer of gewezen werknemer wordt voortgezet.

Consultatiedocument, p. 135-136:

Overgangsrecht
Het wetsvoorstel regelt middels overgangsrecht dat de tot het moment van overgang naar een nieuw kader voor nabestaandenpensioen opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen in stand blijven (geëerbiedigd worden). Concreet betreffen dit de aanspraken op partner- en wezenpensioen die zijn opgebouwd vóór het moment van wijziging van de pensioenregeling om die in lijn te brengen met het nieuwe kader voor nabestaandenpensioen, met als uiterste moment 1 januari 2026.

De regering acht het onwenselijk dat bestaande aanspraken op nabestaandenpensioen hun karakter verliezen. Dat kan namelijk tot onevenredige nadelen leiden voor bijvoorbeeld de partner van een gewezen deelnemer (een “slaper”) die jarenlang nabestaandenpensioen heeft opgebouwd en komt te overlijden voor pensioendatum. Als de reeds opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen niet in stand zouden kunnen blijven, zou er geen aanspraak op nabestaandenpensioen zijn voor diens nabestaande(n), terwijl dit wel jarenlang is opgebouwd.
Dit geldt evenzeer voor de situatie dat gedurende het grootste gedeelte van de huwelijkse periode onder de regels van het huidige recht partnerpensioen is opgebouwd en de deelnemer en diens partner gaan scheiden. Het wordt onwenselijk geacht dat in verband met de overgang naar een nieuw stelsel rondom het nabestaandenpensioen dan geen bijzonder partnerpensioen zou ontstaan dat tot uitkering kan komen bij overlijden van de ex-partner voor pensioendatum. Reeds bestaande aanspraken op bijzonder partnerpensioen worden daarom ook geëerbiedigd met het overgangsrecht.

Het gevolg van het eerbiedigen van bestaande opbouw van (bijzonder) partnerpensioen is dat een nabestaande een extra hoge uitkering kan ontvangen als de (gewezen) deelnemer voor de pensioendatum overlijdt. De reeds opgebouwde aanspraken op partnerpensioen zijn intact gebleven, en vanaf de overstapdatum geldt een risicodekking ter hoogte van 50% van het pensioengevend salaris (tijdens actieve dienstbetrekking). Dat is geen ideale situatie, maar minder bezwaarlijk dan helemaal geen partnerpensioen in bepaalde situaties.

[…]

Consultatiedocument, p. 197-198:

Overgangsrecht nabestaandenpensioen
Met het eerste lid wordt voorgesteld overgangsrecht te introduceren in verband met de uniformering van het partnerbegrip.

Zoals toegelicht bij artikel I, onderdeel I, bepalen naar huidig recht de partijen die de pensioenovereenkomst overeenkomen in welke gevallen ongehuwden en mensen zonder geregistreerd partnerschap als partner in de zin van de Pensioenwet worden aangemerkt en derhalve in aanmerking komen voor partnerpensioen. Met dit wetsvoorstel wordt het partnerbegrip geüniformeerd en wordt wettelijk vastgelegd wanneer ongehuwden en mensen zonder geregistreerd partnerschap als partner in de zin van de Pensioenwet worden aangemerkt. Zie in dit kader de voorgestelde wijziging van de partnerdefinitie in artikel 1 van de Pensioenwet (artikel I, onderdeel A) en het voorgestelde artikel 2a van de Pensioenwet waarin het begrip gezamenlijke huishouding nader is uitgewerkt (artikel I, onderdeel C).

Hoewel met dit wetsvoorstel een ruime partnerdefinitie wordt geïntroduceerd, is het mogelijk dat door de uniformering van de partnerdefinitie en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van de pensioenovereenkomsten bepaalde personen niet langer als partner in de zin van de Pensioenwet wordt aangemerkt. Het wordt onwenselijk geacht dat deze personen bij overlijden van de werknemer of gewezen werknemer enkel als gevolg van deze wetswijziging en de daaruit voortvloeiende wijziging van de pensioenovereenkomst niet langer aanspraak kunnen maken op partnerpensioen.

Met het oog op het voorgaande wordt voorgesteld met dit artikellid voor te schrijven dat een persoon die vóór het tijdstip waarop de pensioenuitvoerder overgaat op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst om te voldoen aan de regels omtrent het nabestaandenpensioen zoals geïntroduceerd met de Wet toekomst pensioenen kwalificeerde als partner zoals gedefinieerd in artikel 1, zoals dat artikel luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, als partner in de zin van de Pensioenwet blijft aangemerkt zo lang de betreffende relatie tussen de persoon en de werknemer of gewezen werknemer wordt voortgezet. Dit zal in de pensioenovereenkomst vastgelegd en geborgd moeten worden.

Met het tweede lid wordt voorgesteld overgangsrecht te introduceren voor reeds opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en verkregen aanspraken op bijzonder partnerpensioen. Concreet heeft het overgangsrecht betrekking op opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en verkregen aanspraken op bijzonder partnerpensioen (a) vóór het tijdstip waarop de pensioenuitvoerder overgaat op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst om te voldoen aan de regels omtrent nabestaandenpensioen zoals geïntroduceerd met de Wet toekomst pensioenen (het zelfgekozen overstapmoment) doch (b) uiterlijk 1 januari 2026 (het uiterste moment waarop de pensioenovereenkomst moet zijn gewijzigd en moet voldoen aan de nieuwe regels omtrent het nabestaandenpensioen).

Overgangsrecht wordt met name wenselijk geacht omdat het naar huidig recht mogelijk is om een nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum op opbouwbasis vorm te geven. Met het voorgestelde artikel 16 van de Pensioenwet en artikel 32 Wvb wordt voorgeschreven dat nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum op risicobasis wordt vormgegeven. Vanaf 1 januari 2026 is het derhalve niet meer mogelijk nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum op opbouwbasis vorm te geven. Het wordt evenwel onwenselijk geacht dat reeds opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en verkregen aanspraken op bijzonder partnerpensioen hun karkater verliezen. Dit zou tot onevenredige nadelen kunnen leiden. Te denken valt aan de (inmiddels) gewezen deelnemer die jarenlang nabestaandenpensioen heeft opgebouwd en komt te overlijden voor pensioendatum. Als de reeds opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen niet worden geëerbiedigd zou er geen aanspraak op nabestaandenpensioen zijn voor diens nabestaande(n) omdat er geen sprake is meer van actieve deelname in een pensioenregeling, terwijl dit wel jarenlang is opgebouwd. Voorts valt te denken aan de situatie dat gedurende het grootste gedeelte van de huwelijkse periode onder de regels van het huidige recht partnerpensioen is opgebouwd en de deelnemer en diens partner gaan scheiden. Het wordt onwenselijk geacht dat in verband met de overgang naar een nieuw stelsel rondom het nabestaandenpensioen dan geen bijzonder partnerpensioen zou ontstaan dat tot uitkering kan komen bij overlijden van de ex-partner voor pensioendatum.

Met het oog op dit overgangsrecht zal ook bij een collectieve waardeoverdracht van reeds opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten geborgd moeten worden dat de reeds opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en vastgestelde aanspraken op bijzonder partnerpensioen behouden blijven.

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Hier de tekst

Start typing and press Enter to search